Huurster verliest rechtszaak tegen buren omdat ze te hard snurkt

Een Canadese vrouw heeft de huisbazen van haar woonruimte aangeklaagd voor intimidatie. De vrouw ontving bezoekjes en teksten van haar huisbaas met het dringende verzoek hulp te zoeken voor haar gesnurk. De vrouw heeft de rechtszaak verloren.

De problemen begonnen in september 2016, toen de vrouw om 3 uur ’s nachts een telefoontje ontving van haar huisbaas nadat haar benedenburen hadden geklaagd over luid gesnurk afkomstig uit haar woonruimte.
Een maand later kwamen de huurbazen aan de deur om te proberen een oplossing voor de situatie te vinden. Ze vroegen de vrouw naar haar gezondheid en brachten producten mee die bedoeld waren om het snurken te verhelpen.

De volgende dag vond de huurder een kaart op haar deur met een afspraakbriefje voor de dokter en een bijgevoegd briefje met de tekst: “Pas op jezelf”. Een paar weken later vroegen de verhuurders of ze van plan was medische hulp te zoeken.

In december heeft de vrouw haar huisbazen verzocht om te stoppen met haar lastig te vallen over de kwestie. De huisbazen reageerden met een formele brief met het verzoek om de situatie op te lossen en daarnaast deden ze een verzoek aan de verhuurcommissie om haar huurcontract te annuleren.

Haar buren vertelden de rechter dat het snurken hen ’s nachts wakker hield en dat ze de vrouw ook overdag hoorden snurken als ze sliep na haar nachtdiensten. De buren beweerden dat ze regelmatig tegen het plafond gebonsd hebben in een poging het geluid te laten stoppen. De buurvrouw vertelt dat ze zelfs in haar woonkamer is gaan slapen en in een depressie was gevallen die haar drie maanden van het werk hield.

De rechter merkte op dat van huurders wordt verwacht dat ze een “normaal” geluidsniveau tolereren wanneer ze in een appartementencomplex wonen. Men het zei dat het constante, luide snurken van deze huurder niet in die categorie viel. Omdat de huurder aan een slaapstoornis kon lijden, was het haar verantwoordelijkheid om medisch advies in te winnen. De rechtbank zei dat het oneerlijk was voor haar buren om de gevolgen te ondervinden van haar nietsdoen.

De rechtbank zei dat de verhuurders het recht hadden om te proberen de situatie te verhelpen zodat zowel de huurder als haar buren in vrede konden leven.